Inmiddels draai ik al aardig wat jaren mee als onderzoeker. Dankzij mijn studies heb ik uitgebreide kennis opgebouwd over hoe onze hersenen bijdragen aan het aanleren en uitvoeren van bewegingen – ook wel het motorisch functioneren genoemd. We kunnen dit via gedragstaken en hersenscans nauwkeurig bepalen. Wist je bijvoorbeeld dat er voor het uitvoeren van een beweging niet alleen een signaal van het brein naar de spieren nodig is, maar er ook allerlei hogere cognitieve (denk)processen en sensorische processen betrokken zijn? Zo geeft ons brein signalen voor het starten, aanpassen, en stoppen van bewegingen afhankelijk van wat er gepast is in een bepaalde situatie. Een voorbeeld hiervan is dat we tijdens het autorijden beginnen met gas geven zodra het licht op groen gaat. Wanneer er echter plots toch nog een kind oversteekt zijn we gelukkig in staat gauw te remmen en dus het automatische signaal van ‘groen=gas’ te negeren.
In mijn onderzoek kijk ik ook welke veranderingen er optreden in deze hersenprocessen als mensen ouder worden of als zij bijvoorbeeld de ziekte van Parkinson hebben. Zo hebben we ontdekt dat zulke veranderingen op motorisch en cognitief onafhankelijk kunnen zijn en dus niet altijd hetzelfde tijdspad volgen. Deze inzichten zijn ook interessant om veranderingen in andere aandoeningen, waaronder MS, beter te begrijpen. Zodoende ben ik bij MindS-lab betrokken geraakt, waar ik mijn kennis en ervaring ga inzetten om subtiele veranderingen in het motorisch functioneren van mensen met MS in kaart te brengen. Dit kan onder andere via tests waarbij deelnemers hun evenwicht moeten bewaren of zo snel mogelijk kleine pinnetjes in houders moeten stoppen. Ook ga ik onderzoeken hoe het motorisch functioneren van mensen met MS samenhangt met veranderingen in de structuur en het functioneren van het brein.
Omdat het MS veld voor mij relatief nieuw is, zou je kunnen zeggen dat ik nu dus meewerk aan onderzoeksprojecten over een onderwerp waar ik veel van weet binnen een aandoening waar ik eigenlijk niet zo bekend mee ben. Natuurlijk had ik al wel eens van MS gehoord. Ook weet ik dat er bepaalde veranderingen in de hersenen optreden en dat deze voor een grote verscheidenheid aan symptomen kunnen zorgen, waaronder problemen met het motorisch functioneren. Maar wat ervaren mensen met MS zelf in het dagelijks leven op dit gebied? Wat vinden zij van de taken die ik gebruik in mijn onderzoek? En, ook niet onbelangrijk, van welke onderwerpen vinden mensen met MS eigenlijk zelf dat er meer onderzoek naar gedaan zou moeten worden? Over dit soort zaken hoop ik de komende tijd dankzij mijn samenwerking met de andere fantastische en kundige onderzoekers in MindS-lab meer te weten te komen. Er valt dus nog veel te leren voor mij, maar tegelijkertijd kan ik ook met mijn bestaande kennis juist het onderzoek naar MS weer een nieuwe impuls geven. Ik kijk uit naar een mooie wisselwerking!
Marit Ruitenberg, universitair docent Neuropsychologie, Universiteit Leiden